Voorts voorzag artikel 9, § 1, derde lid, 3°, van het Decreet Natuurbehoud in
de mogelijkheid om maatregelen met betrekking tot de landbouwbedrijfsvoering en het teeltplan te nemen voor wat betreft de historisch permanente graslanden gelege
n binnen « de valleigebieden, brongebieden, agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologische waarde, agrarische gebieden met bijzondere waarde of de met een van deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden, aangewezen op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van krach
...[+++]t in de ruimtelijke ordening; het IVON; de beschermde duingebieden aangeduid krachtens artikel 52 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, toegevoegd bij decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen; de gebieden afgebakend volgens of in uitvoering van internationale overeenkomsten of verdragen betreffende het natuurbehoud of van akten betreffende het natuurbehoud, met inbegrip van Europese richtlijnen, vastgesteld op grond van internationale verdragen ».