2. erkennt an, dass die Sachverständigengruppe zu dem Schluss gelangt ist, dass Vorwürfe glaubhaft sind, die, falls sie bewiesen werden, deutlich machen, dass sowohl die Regierung von Sri Lanka als auch die LTTE zahlreiche Verstöße gegen das humanitäre Völkerrecht und gegen internationale Menschenrechtsnormen begangen haben, von denen einige als Kriegsverbrechen und Verbrechen gegen die Menschlichkeit betrachtet werden müssen;
2. wijst erop dat het panel vaststelt dat sprake is van „geloofwaardige beschuldigingen die, als zij waar blijken te zijn, betekenen dat ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht en het internationale recht inzake de mensenrechten zijn gepleegd door zowel de regering van Sri Lanka als de LTTE, en dat hierbij in bepaalde gevallen sprake was van oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de mensheid”;
