25. vertritt die Auffassung, dass bei
der Verteilung der Lizenzen zum jetzigen Zeitpunkt
zwar kein Modell ausgeschlossen
werden so
llte, dass aber das Modell der Versteigerung gegenüber dem Modell der Besitzstandsmethode den Vorteil böte, dass Wettbewerbsverzerrungen zwischen den Unternehmen vermieden
werden und dass die Unternehmen, die vor einem bestimmten Stichtag bereits in energieeffiziente oder erneuerbare
...[+++] Technologien investiert haben, keine Wettbewerbsnachteile erleiden; 25. is van oorde
el dat in deze fase geen model moet worden uitgesloten bij de verdeling van
de emissierechten, maar dat het veilingmodel ten opzichte van het "grandfathering-mode
l” het voordeel zou bieden dat concurrentievervalsingen tussen de ondernemingen worden voorkomen en dat geen concurrentienadelen zouden ontstaan voor ondernemingen die vóór
...[+++]een bepaalde datum reeds in energie-efficiënte maatregelen hebben geïnvesteerd;