(1) Die nationale Akkreditierungsstelle legt der zuständigen Behörde jedes betroffenen Mitgliedstaats jährlich bis zum 31. Dezember ein Akkreditierungsprogramm zusammen mit einer Liste der von ihr akkreditierte Prüfstellen vor, die ihr gemäß Artikel 76 mitgeteilt haben, dass sie beabsichtigen, in dem betreffenden Mitgliedstaat Prüfungen vorzunehmen. Das Akkreditierungsprogramm enthält zu jeder Prüfstelle mindestens die folgenden Angaben:
1. Uiterlijk op 31 december van elk jaar bezorgt de nationale accreditatie-instantie een accreditatiewerkprogramma aan de bevoegde autoriteit van elke lidstaat met daarin de lijst van door die nationale accreditatie-instantie geaccrediteerde verificateurs die overeenkomstig artikel 76 hebben bekendgemaakt dat ze voornemens zijn verificaties in die lidstaten uit te voeren.