(19) Wenn sich der Rat von der Erfüllung dieser Kriterien durch einen bestimmten Herkunftsstaat überzeugt und diesen Staat folglich in die nach dieser Richtlinie zu erlassende "Liste sicherer Herkunftsstaaten" aufgenommen hat, können die Mitgliedstaaten Anträge von Staatsangehörigen des betreffenden Staates oder von Staatenlosen, die früher ihren gewöhnlichen Aufenthalt in dem betreffenden Staat hatten, auf der Grundlage der widerlegbaren Vermutung prüfen, dass dieser Staat sicher ist.
(19) Indien de Raad zich ervan heeft vergewist dat aan deze criteria met betrekking tot een bepaald land van herkomst is voldaan, en bijgevolg dat land heeft opgenomen op de gemeenschappelijke lijst van veilige landen van herkomst die op grond van deze richtlijn zal worden aangenomen, kunnen de lidstaten verzoeken van personen met de nationaliteit van dat land of van staatlozen die vroeger gewoonlijk in dat land verbleven, onderzoeken op basis van de contradictoire veronderstelling dat dat land veilig is.