27. betont, dass sich die Rolle der Kohäsionspolitik nicht nur auf die Verwirklichung der Ziele der Strategie von Lissabon beschränken darf; stellt fest, dass die Erzielung des territorialen Zusammenhalts durch Maßnahmen im Rahmen des Konvergenzziels eine Voraussetzung für die langfristige Wettbewerbsfähigkeit der Regionen ist; vertritt die Auffassung, dass das derzeitige Ziel 1 (Konvergenz) und das Ziel 2 (Wettbewerbsfähigkeit und Beschäftigung in den Regionen) daher auch in Zukunft als komplementär und auch als komplementär mit dem Ziel 3 (Europäische territoriale Zusammenarbeit) behandelt werden sollten;
27. benadrukt tegelijkertijd dat het doel van het cohesiebeleid niet mag worden beperkt tot het verwezenlijken van de doelstellingen van de Lissabon-strategie; is van mening dat het bereiken van territoriale cohesie door actie onder de convergentiedoelstelling een voorwaarde is voor het concurrentievermogen op lange termijn van regio's; is daarom van oordeel dat doelstelling 1 (convergentie) en doelstelling 2 (regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid) in de toekomst als complementair moeten worden beschouwd, en ook complementair met doelstelling 3 (Europese territoriale samenwerking);