47. wiederholt, dass in der förmlichen Ex-ante-Offenlegungserklärung bestätigt werden sollte, dass die von den Mitgliedstaaten geschaffenen Organisationsstrukturen den Anforderungen des Gemeinschaftsrechts genügen und davon ausgegangen werden kann, dass es gelingt, das Betrugs- und Fehlerrisiko bei den zugrunde liegenden Vorgängen im Einklang mit dem Subsidiaritätsprinzip wirksam in den Griff zu bekommen;
47. herhaalt dat in de formele ex-ante openbaarmakingsverklaring moet worden bevestigd dat de organisatorische structuren die door de lidstaat zijn opgezet, voldoen aan de vereisten van de gemeenschapswetgeving en naar verwachting doeltreffend zullen zijn voor het beheer van het risico op fraude en fouten in de onderliggende verrichtingen, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel;