bei Fahrzeugen mit mehr als einem Hinterrad oder mit einer Breite von über 1 000 mm müssen die inneren Ränder der Lichtaustrittsflächen der hinteren Fahrtrichtungsanzeiger mindestens 500 mm voneinander entfernt sein;
de afstand tussen de binnenranden van de lichtuitstralende oppervlakken van de achterrichtingaanwijzers moet ten minste 500 mm zijn bij voertuigen met meer dan één achterwiel of bij voertuigen met een breedte van meer dan 1 000 mm,