23. stellt fest, dass im Rat und in der Kommission nach wie vor zu wenige hochrangige Stellen mit Frauen besetzt sind, und fordert insbesondere stärkere Anstrengungen zur Erhöhung des Frau
enanteils unter den Leitungen der EU-Delegationen und den EU-Sonderbeauftragten; betont, dass der künftige Europäische Auswärtige Dienst besonders bei der Besetzung hochrangiger Positionen ein besseres Gleichgewicht zwischen Männern und Frauen aufweisen und eine größere Zahl für gleichstellungsspezifische Fragen zuständige Mitarbeiterinnen und Mitar
beiter beschäftigen sollte ...[+++];
23. stelt het voordurende gebrek van vrouwen op hoge posten in de structuren van de Raad en de Commissie vast, en roept in het bijzonder op meer inspanningen te leveren om het aantal vrouwelijke hoofden van delegaties en speciale vertegenwoordigers van de EU te doen stijgen; benadrukt dat er bij van de toekomstige dienst voor extern optreden een beter evenwicht tussen mannen en vrouwen moet zijn, in het bijzonder op de hoge posten, en dat deze dienst meer voor genderkwesties verantwoordelijk personeel zouden moeten hebben;