Traduction de «leisten können dazu » (Allemand → Néerlandais) :

In Verbindung mit den spezifischen Fragen der Vereinheitlichung, der Transparenz und der Anerkennung haben die Programme die Entwicklung und Umsetzung von Instrumenten unterstützt, die einen Beitrag zu „strukturellen“ Entwicklungen leisten können. Dazu gehörte das Europäische System zur Anrechnung von Studienleistungen (ECTS), der Europäische Qualifikationsrahmen (EQR), das Europäische Leistungspunktesystem für die Berufsbildung (ECVET) und Europass.
Ten aanzien van de specifieke vraagstukken in verband met convergentie, transparantie en erkenning hebben de programma's de ontwikkeling en implementatie van instrumenten ondersteund die "structurele" ontwikkelingen kunnen versterken, zoals het Europees systeem voor de overdracht van studiepunten (ECTS), het Europees kader voor kwalificaties (EQF), het Europees systeem van studiepuntenoverdracht voor beroepsonderwijs en -opleiding (ECVET) en Europass.

fordert die Mitgliedstaaten auf, mittels Stipendien und Darlehen jene Ausbildungs- und Studiengänge zu unterstützen, die aufgrund ihrer Struktur einen Beitrag dazu leisten können, dass die Lücke zwischen theoretischer Bildung und praktischen Anforderungen geschlossen wird.
verzoekt de lidstaten via beurzen en leningen de onderwijs- en studiepaden te ondersteunen waarvan de structuur kan helpen de kloof te dichten tussen onderwijs en praktische behoeften.

in der Erwägung, dass die EU die Maßnahmen anderer unterstützen sollte, wenn sie bestimmte Beiträge besser leisten können, um Überschneidungen zu verhindern und dazu beizutragen, dass die Arbeit von bereits vor Ort anwesenden Akteuren, insbesondere der Mitgliedstaaten, gestärkt wird.
overwegende dat de EU het werk van anderen, die mogelijk beter in staat zijn om een bepaalde rol te vervullen, moet ondersteunen en daarbij overlappingen moet voorkomen en het werk van diegenen die reeds ter plaatse actief zijn, met name de lidstaten, moet helpen versterken.

stellt fest, dass moderne Technologien in der Landwirtschaft und ein weiter gefasster Landnutzungssektor einen Beitrag dazu leisten können, dass diese Sektoren angemessen an den weltweiten Bemühungen um die Eindämmung des Klimawandels mitwirken; hält es in diesem Zusammenhang für geboten, die Definition des Begriffs der „produktiven Landwirtschaft“ zu erweitern und landwirtschaftliche Flächen, die öffentliche Güter in der Form von Klimaschutz und Kohlenstoffbindung erbringen — einschließlich des agrarökologischen Landbaus –, umfassend zu unterstützen und zu bewahren.
merkt op dat moderne technologieën in de landbouw en een bredere sector landgebuik deze sectoren kunnen helpen om een eerlijke bijdrage te leveren aan de mondiale inspanningen om de klimaatverandering af te remmen; benadrukt in dit verband dat de definitie van „productieve landbouw” breder moet worden en dat landbouwgronden die collectieve goederen leveren voor de strijd tegen klimaatverandering en op het gebied van koolstofvastlegging, inclusief agro-ecologische landbouw, volledig moeten worden gesteund en geëerbiedigd.

Bestimmung des spezifischen Beitrags, den Jugendarbeit und nichtformales und informelles Lernen dazu leisten können, das bürgerschaftliche Engagement und die Teilnahme junger Menschen in vielfältigen und toleranten Gesellschaften zu fördern sowie Marginalisierung und Radikalisierung, die zu Gewalttätigkeit führen können, zu verhindern.
Afbakening van de specifieke rol van jeugdwerk en niet-formeel en informeel leren bij het bevorderen van actief burgerschap en participatie van jongeren in verscheiden en tolerante samenlevingen, alsmede bij het voorkomen van marginalisering en radicalisering en daaruit mogelijk voortvloeiend gewelddadig gedrag.

38. ist der Ansicht, dass externe Finanzinstrumente Mittel bieten, auf vielfältige Weise und über ihre jeweiligen Ziele hinaus gegen die Ursachen der Herausforderungen in den Bereichen innere Sicherheit und Migration vorzugehen, die im Mittelpunkt des nächstjährigen Haushaltsplans stehen, mit besonderen Schwerpunkten auf den Süd- und Ostgrenzen der Union und im weiteren Sinne auf von Konflikten betroffenen Regionen; verweist insbesondere auf das Instrument für Entwicklungszusammenarbeit und das Europäische Nachbarschaftsinstrument, aber auch auf Maßnahmen, für die bescheidenere Mittelanhebungen verzeichnet werden, wie humanitäre Hilfe, das Instrument für Stabilität und Frieden, die Gemeinsame Außen- und Sicherheitspolitik und das Europäische Instrument für Demokratie und Menschenrechte; fordert die Kommission auf, eindeutig Bereiche zu ermitteln, die einen Beitrag dazu leisten können, diesen aktuellen Herausforderungen zu begegnen, und in denen potentielle Mittelerhöhungen effizient aufgenommen werden können; weist in diesem Zusammenhang erneut darauf hin, dass unbedingt Unterstützung zu leisten ist, damit die Armut eingedämmt und schließlich beseitigt werden kann, und dass die Menschenrechte, die Gleichstellung der Geschlechter, der soziale Zusammenhalt und der Kampf gegen Ungleichheiten zentrale Anliegen der Außenhilfe der EU sind;
38. is van mening dat externe financieringsinstrumenten middelen aanreiken om, op een veelzijdige manier en in combinatie met de respectieve doelstellingen, de onderliggende oorzaken van deze interne veiligheids- en migratie-uitdagingen aan te pakken die in de begroting van volgend jaar centraal staan, waarbij met name aandacht moet worden besteed aan de zuidelijke en oostelijke buitengrenzen van de Unie en meer in het algemeen aan door conflicten getroffen gebieden; wijst in het bijzonder op het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking en het Europees nabuurschapsinstrument, maar ook op beleidsmaatregelen die een beperktere stijging kennen zoals humanitaire hulp, het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede, het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en het Europees instrument voor democratie en mensenrechten; verzoekt de Commissie duidelijk vast te stellen welke gebieden kunnen helpen bij de aanpak van deze actuele problemen en waar mogelijke verhogingen op efficiënte wijze kunnen worden opgenomen; herinnert er in dit verband aan dat het belangrijk is bijstand te verlenen om armoede terug te dringen en uiteindelijk uit te bannen, en mensenrechten, gendergelijkheid, sociale samenhang en bestrijding van ongelijkheid centraal te plaatsen in de externe steun van de EU;

7. hebt die größere Rolle hervor, die den nationalen Parlamenten durch den Vertrag von Lissabon zuerkannt wird, und betont, dass sie neben der Rolle, die sie bei der Überwachung in Bezug auf die Achtung der Grundsätze der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit spielen, einen positiven Beitrag im Rahmen des politischen Dialogs leisten können und leisten; vertritt die Auffassung, dass die nationalen Parlamente bei der Beratung der Mitglieder des Ministerrates eine aktive Rolle spielen können und dass eine gute Zusammenarbeit zwischen dem Europäischen Parlament und den nationalen Parlamenten dazu beitragen kann, ein gesundes parlamentarisches Gegengewicht zur Ausübung der Exekutivgewalt in der Arbeitsweise der EU zu bilden; verweist ferner auf die gemäß Artikel 7 Absatz 2 des Protokolls Nr. 2 von nationalen Parlamenten eingereichten, mit Gründen versehenen Stellungnahmen, denen zufolge die umfangreiche Befugnisübertragung nach Artikel 290 AEUV in einem vorgeschlagenen Rechtsakt keine Prüfung dahingehend zulässt, ob die konkrete gesetzgeberische Wirklichkeit im Einklang mit dem Subsidiaritätsprinzip stehen würde oder nicht.
7. wijst erop dat de rol van de nationale parlementen sinds het Verdrag van Lissabon is versterkt en benadrukt dat zij naast het toetsen van de naleving van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel ook een positieve bijdrage kunnen leveren in het kader van de politieke dialoog en dat ook daadwerkelijk doen; is van oordeel dat de actieve rol die de nationale parlementen kunnen spelen door de Raad van Ministers aan te sturen, naast een goede samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen, eraan kan bijdragen dat er een gezond parlementair tegenwicht tot stand wordt gebracht tegen de uitoefening van de uitvoerende macht binnen de EU; verwijst voorts naar een aantal gemotiveerde adviezen van nationale parlementen (ingediend overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Protocol nr. 2), waarin wordt gesteld dat de ruime opzet van de bevoegdheidsoverdracht overeenkomstig artikel 290 VWEU in een voorstel voor een handeling ertoe leidt dat er niet getoetst kan worden of de feitelijke wetgevingswerkelijkheid al dan niet met het subsidiariteitsbeginsel strookt;

38. hebt die größere Rolle hervor, die den einzelstaatlichen Parlamenten durch den Vertrag von Lissabon zuerkannt wird, und betont, dass sie neben der Rolle, die sie bei der Überwachung der Achtung der Grundsätze der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit spielen, im Rahmen des politischen Dialogs einen positiven Beitrag leisten können und leisten; vertritt die Auffassung, dass die einzelstaatlichen Parlamente bei der Beratung der Mitglieder des Ministerrates eine aktive Rolle spielen können und dass dies zusammen mit einer guten Zusammenarbeit zwischen dem Europäischen Parlament und den einzelstaatlichen Parlamenten dazu beitragen kann, ein gesundes parlamentarisches Gegengewicht zur Ausübung der Exekutivgewalt in der Arbeitsweise der EU zu bilden; verweist ferner auf die begründeten Stellungnahmen, die von den einzelstaatlichen Parlamenten gemäß Artikel 7 Absatz 2 des Protokolls Nr. 2 eingereicht wurden, dem zufolge die umfangreiche Befugnisübertragung nach Artikel 290 AEUV in einem vorgeschlagenen Rechtsakt keine Prüfung dahingehend zulässt, ob die konkrete gesetzgeberische Wirklichkeit im Einklang mit dem Subsidiaritätsprinzip stehen würde oder nicht;
38. wijst erop dat de rol van de nationale parlementen sinds het Verdrag van Lissabon is versterkt en benadrukt dat zij naast het toetsen van de naleving van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel ook een positieve bijdrage kunnen leveren in het kader van de politieke dialoog en dat ook daadwerkelijk doen; is van oordeel dat de actieve rol die de nationale parlementen kunnen spelen door de Raad van ministers aan te sturen, naast een goede samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen, ertoe kan bijdragen dat er een heilzaam parlementair tegenwicht tot stand wordt gebracht tegen de uitoefening van de uitvoerende macht binnen de EU; verwijst voorts naar een aantal gemotiveerde adviezen van nationale parlementen (ingediend overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Protocol nr. 2), waarin wordt gesteld dat de ruime opzet van de bevoegdheidsoverdracht overeenkomstig artikel 290 VWEU in een voorstel voor een handeling ertoe leidt dat er niet getoetst kan worden of de feitelijke wetgevingswerkelijkheid al dan niet met het subsidiariteitsbeginsel strookt;