19. vertritt die Ansicht, dass das Lamfalussy-Verfahren einen nützlichen Mechanismus darstellt; hält die Konvergenz der Aufsichtspraktiken für wesentlich; begrüßt die diesbezüglichen Arbeiten der Stufe-3-Ausschüsse und unterstützt deren Forderung nach einem angemessenen Instrumentarium; glaubt, dass angesichts des Handlungsspielraums der Aufsichtsbehörden ein Großteil der Belastung durch technische Details bei der Gesetzgebung beseitigt werden kann und angemessene Regeln für einen dynamischen Markt aufgestellt werden können; unterstreicht jedoch, dass dadurch niemals die politische Verantwortung für die Endziele aufgehoben werden darf; besteht darauf, dass die Gesetzgeber den Prozess genau überwachen, und bekräftigt erneut, dass die Recht
e des Parl ...[+++]aments im Legislativverfahren in vollem Umfang gewahrt bleiben müssen; 19. beschouwt de Lamfalussy-procedure als een bruikbaar instrument; acht afstemming van toezichtpraktijken e
ssentieel; spreekt zijn waardering uit voor het werk van de comités van niveau 3 en onderschrijft hun pleidooi voor een adequaat instrumentarium; is van oordeel dat voldoende speelruimte voor de toezichthouders de regelgeving van veel beslommeringen rond detailkwesties kan ontdoen en tot adequate regels voor een dynamische markt kan leiden; wijst er echter op dat de politieke verantwoordelijkheid inzake de einddoelstellingen hierdoor niet mag worden weggenomen; beklemtoont dat de wetgevers het proces nauwlettend in het oog moe
...[+++]ten houden en dat de bevoegdheden van het Parlement in het wetgevingsproces ten volle geëerbiedigd moeten worden;