Ihre Stärke liegt in ihrer Anerkennung der Tatsache, dass Post-Mortem-Spenden nicht ausreichen, um die erforderliche Organversorgung zu gewährleisten, und der daraus erfolgenden Festlegung von Kontrollen und Leitlinien, die dafür sorgen, dass Lebendspenden auf korrekte Weise durchgeführt werden, wobei sowohl Spender als auch Empfänger geschützt werden und gewährleistet ist, dass dies auf einer unentgeltlichen und freiwilligen Grundlage stattfindet.
De kracht van de richtlijn schuilt in de erkenning dat postmortale donatie alleen onvoldoende is om het benodigde aanbod aan organen te bereiken. Daarom zijn controles en richtsnoeren ontworpen om te waarborgen dat als donatie bij leven plaatsvindt dit op een correcte manier gebeurt, met bescherming van zowel de donor als de ontvanger en de garantie dat donatie onbetaald en op vrijwillige basis gebeurt.
