Laut Stellenausschreibung mussten die Bewerber entweder Beamte bestimmter Institutionen der Europäischen Union in den Besoldungsgruppen AD 5 bis AD 14 oder gemäß Art. 2 Buchst. e der BBSB eingestellte Bedienstete auf Zeit oder Mitarbeiter der nationalen diplomatischen Dienste der Mitgliedstaaten sein.
Blijkens de kennisgeving van vacature moesten de kandidaten ofwel ambtenaar zijn van bepaalde instellingen van de Europese Unie in de rangen AD 5 tot en met AD 14, ofwel tijdelijk functionaris, aangeworven krachtens artikel 2, onder e), RAP, ofwel personeelslid van de nationale diplomatieke dienst van een van de lidstaten.