13. erinnert daran, dass das Europäische Parlament und Nichtregierungsorganisationen gemäß den Richtlinien der Europäischen Union für Menschenrechtsdialoge in den Menschenrechtsdialog mit Russland einbezogen werden sollten; bedauert den Mangel an Fortschritten in diesem Bereich; verweist auch auf seine an den Rat und an die Kommission gerichteten Aufforderungen, das Parlament eng in die Ausarbeitung einer neuen, langfristigen Strategie gegenüber Russland einzubinden und das Parlament über vorbereitende Tätigkeiten für die Verhandlungen über ein neues Partnerschafts- und Kooperationsabkommen zu unterrichten;
13. wijst er nogmaals op dat het Europees Parlement en de niet-gouvernementele organisaties, overeenkomstig de EU-richtsnoeren voor de dialoog over de mensenrechten, bij de dialoog met Rusland over de mensenrechten moeten worden betrokken; betreurt het gebrek aan vooruitgang op dit gebied; roept de Raad en de Commissie nogmaals op het Europees Parlement nauw te betrekken bij het uitwerken van de nieuwe langetermijnstrategie tegenover Rusland en het op de hoogte te houden van de voorbereidende werkzaamheden voor de onderhandelingen over de nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst;