17. bekräftigt, dass nach wie vor ein Rechtsrahmen im Einklang mit der Rechtsprechung des EGMR erforderlich ist, damit alle religiösen Gemeinschaften ihre Religion ohne unzulässige Einschränkungen, vor allem in Bezug auf ihre Rechtsstellung, die Ausbildung der Geistlichen, die Wahl ihrer Hierarchie, die religiöse Erziehung und den Bau von Gotteshäusern, ausüben können; fordert erneut die türkischen Staatsorgane, alle Parteien, die Bürgergesellschaft und die betroffenen Gemeinwesen auf, sich dafür einzusetzen, dass geeignete Rahmenbedingungen für die uneingeschränkte Wahrung der Religionsfreiheit in der Praxis geschaffen werden; fordert erneut die unverzügliche Wiedereröffnung des griechisch-orthodoxen Seminars in Chalki und die öffentlich
...[+++]e Verwendung des Kirchentitels des Ökumenischen Patriarchen; begrüßt die Initiativen der Regierung aus der letzten Zeit und die laufenden Gespräche zwischen der Regierung und den Vertretern der Aleviten über seit langem anstehende Probleme wie die der Gotteshäuser der Aleviten und der Errichtung eines Denkmals für die Massaker in Sivas, und fordert die türkische Regierung auf, den Anliegen der Aleviten unverzüglich Rechnung zu tragen und vom Staat abgehaltenen Religionsunterricht zu einem fakultativen Fach zu machen; bedauert die geplante Enteignung des syrisch-orthodoxen Klosters St. Gabriel in Tur Abdin und Gerichtsverfahren gegen Repräsentanten des Klosters; 17. herhaalt dat er nog steeds behoefte is aan een op grond van de jurisprudentie van het Europese Hof voor de rechten van de mens ontwikkeld wettelijk kader om te zorgen dat alle religieuze gemeenschappen zonder onterechte beperkingen kunnen functioneren, met name op het gebied van hun rechtspositie, de opleiding van geestelijken, het kiezen van hun voorgangers, godsdienstonderwijs en de bouw van gebedshuizen; dringt er bij de Turkse autoriteiten, alle politieke partijen, het maatschappelijk middenveld en de betrokken gemeenschappen op aan een omgeving te creëren die gunstig is voor de volledige eerbiediging van de godsdienstvrijheid in de praktijk; pleit eens te meer voor de onmiddellijke heropening van het Grieks-orthodoxe Halki-semina
...[+++]rie en voor het openbare gebruik van de kerkelijke titel van de oecumenisch patriarch; verwelkomt de recente initiatieven van de regering en de besprekingen die tussen de regering en Alevitische leiders plaatsvinden over lang lopende kwesties, zoals Alevitische plaatsen voor de eredienst en de oprichting van een gedenkteken ter herinnering aan het bloedbad van Sivas, en roept de Turkse regering op om hun problemen onverwijld aan te pakken en godsdienstonderwijs van overheidswege niet langer verplicht te stellen; betreurt de geplande onteigening van het Syrisch-orthodoxe klooster St. Gabriel in Tur Abdin en de gerechtelijke procedures tegen de vertegenwoordigers van het klooster; 
