Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Keinen Erwerbszweck verfolgend
Ohne Erwerbszweck
Ohne Gewinnerzielungsabsicht

Traduction de «könne es keinen » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
keinen Erwerbszweck verfolgend | ohne Erwerbszweck | ohne Gewinnerzielungsabsicht

zonder winstoogmerk


die Gesellschaften,die keinen Erwerbszweck verfolgen

de verenigingen of vennootschappen welke geen winst beogen


Versicherer,der in der Gemeinschaft keinen Wohnsitz,wohl aber eine Zweigniederlassung oder Agentur hat

verzekeraar die,zonder woonplaats binnen de Gemeenschap te hebben,er een filiaal of een agentschap heeft
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Die erste Vorabentscheidungsfrage zielt darauf ab, vom Gerichtshof zu vernehmen, ob dieser Artikel 30bis § 5 Absätze 1 und 2, dahin ausgelegt, dass er keinen Verstoß im Sinne von Artikel 31 des LASS-Gesetzes einführe, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem er es der Person, die vom Landesamt für soziale Sicherheit vor das Arbeitsgericht geladen werde, um dazu verurteilt zu werden, dieser Einrichtung den in der fraglichen Bestimmung genannten Zuschlag zu zahlen - wegen Nichtleistung der in Artikel 30bis § 4 Absätze 1 und 2 desselben Gesetzes vorgeschriebenen Zahlung -, nicht ermögliche, die Anwendung mildernder Ums ...[+++]

De eerste prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of dat artikel 30bis, § 5, eerste en tweede lid, in die zin geïnterpreteerd dat het geen inbreuk in de zin van artikel 31 van de RSZ-wet invoert, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de persoon die door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor de arbeidsrechtbank wordt gedagvaard, wegens de afwezigheid van de bij artikel 30bis, § 4, eerste en tweede lid, van dezelfde wet vereiste storting, teneinde te worden veroordeeld tot de betaling, aan die instelling, van de in de in het geding zijnde bepaling bedoelde bijslag, niet toestaat aanspraak te maken op de toepassing van verzachtende omstandigheden teneinde een vermindering van die bijslag ...[+++]


Der vorlegende Richter möchte mit der zweiten Vorabentscheidungsfrage erfahren, ob Artikel 1675/13 § 3 erster Gedankenstrich des Gerichtsgesetzbuches in der durch Artikel 10 des Gesetzes vom 12. Mai 2014 abgeänderten Fassung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem Grundsatz des berechtigten Vertrauens vereinbar sei, insofern das Fehlen einer Übergangsregelung zur Folge habe, dass der Schuldner für die Unterhaltsschulden, die am Tag der Entscheidung, durch die der gerichtliche Schuldenregelungsplan erlassen werde, fällig gewesen seien, seit dem 1. August 2014 keinen vollständigen Erlass auf der Grundlage von Arti ...[+++]

De verwijzende rechter wenst met de tweede prejudiciële vraag te vernemen of artikel 1675/13, § 3, eerste streepje, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 10 van de wet van 12 mei 2014, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het vertrouwensbeginsel, in zoverre de afwezigheid van een overgangsregeling tot gevolg heeft dat de schuldenaar voor de onderhoudsschulden die vervallen waren op de dag van de uitspraak houdende vaststelling van de gerechtelijke aanzuiveringsregeling, sinds 1 augustus 2014 geen totale kwijtschelding meer kan verkrijgen op grond van artikel 1675/13bis van ...[+++]


Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof erfahren, ob diese Bestimmung, insofern sie durch das Gesetz vom 26. Dezember 2013 mit Wirkung zum 1. Januar 2014 aufgehoben worden sei, ohne dass eine Übergangsregelung vorgesehen worden sei, vereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem ein Arbeiter, der im Zeitraum vom 9. Juli bis zum 31. Dezember 2013 entlassen worden sei, keinen Anspruch auf die in dieser Bestimmung vorgesehene Kündigungsfrist erheben könne, während diese Regelung wohl für Angestellte gelte.

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of die bepaling, voor zover zij bij de wet van 26 december 2013 met ingang van 1 januari 2014 werd opgeheven zonder dat in een overgangsregeling werd voorzien, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat een arbeider die werd ontslagen in de periode van 9 juli tot 31 december 2013 geen aanspraak kan maken op de opzeggingstermijn vervat in die bepaling, terwijl bedienden wel onder die regeling vallen.


Der vorlegende Richter fragt, ob Artikel 127 des Hochschuldekrets gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung und die Charta der Grundrechte der Europäischen Union verstoße, insofern diese Bestimmung es erlaube, dass die Einstellung von Teilzeitgastprofessoren unbegrenzt verlängert werden könne, wodurch es bei der Beendigung eines befristeten Vertrags auch dann, wenn für einen Zeitraum von mehr als drei Jahren Verträge abgeschlossen würden, keinen Anspruch auf eine Entlassungsentschädigung gebe, während bei Arbeitnehmern, die im Rahmen ...[+++]

De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 127 van het Hogescholendecreet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie schendt, in zoverre die bepaling toelaat dat de aanstelling van deeltijdse gastprofessoren onbeperkt kan worden verlengd, waardoor er bij het beëindigen van een overeenkomst voor bepaalde tijd, zelfs indien er voor een periode van meer dan drie jaar overeenkomsten werden afgesloten, geen recht is op een opzeggingsvergoeding, terwijl werknemers die tewerkgesteld worden met een arbeidsovereenkomst die geregeld wordt door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeid ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Die vorgebrachten Beschwerdegründe laufen zusammengefasst hinaus auf einen Verstoß gegen: - den Gleichheitsgrundsatz, indem ein nicht gerechtfertigter Behandlungsunterschied eingeführt werde (1) zwischen den juristischen Personen des öffentlichen Rechts und den Privatpersonen, insofern die Erstgenannten von dem Verfahrensrisiko befreit würden, wenn sie im Allgemeininteresse aufträten, und insofern diese Befreiung nicht gegenseitig sei, was ebenfalls die Waffengleichheit verletze, (2) zwischen den Rechtsuchenden je nachdem, ob sie gegenüber einer Privatperson oder einer juristischen Person des öffentlichen Rechts obsiegen würden, (3) zwischen den Verfahrensparteien vor dem Staatsrat und vor den Zivilgerichten, insofern eine juristische Perso ...[+++]

De aangevoerde grieven komen samengevat neer op de schending van : - het gelijkheidsbeginsel, doordat een niet-verantwoord verschil in behandeling wordt ingesteld (1) tussen de publiekrechtelijke rechtspersonen en de privépersonen, in zoverre de eerstgenoemden worden vrijgesteld van het procesrisico indien zij optreden in het algemeen belang, en in zoverre die vrijstelling niet wederkerig is, hetgeen tevens afbreuk zou doen aan de wapengelijkheid, (2) tussen de rechtzoekenden, naargelang zij in het gelijk worden gesteld ten aanzien van een privépersoon of een publiekrechtelijke rechtspersoon, (3) tussen de procespartijen voor de Raad van ...[+++]


Daher vertritt die Kommission in erster Linie die Auffassung, dass der Kläger kein Interesse an der Geltendmachung dieses Teils des ersten Klagegrundes habe, da er, selbst wenn die bei den allgemeinen Kompetenzen erreichten Punktzahlen aufgehoben würden, hieraus keinen Vorteil ziehen könne.

De Commissie stelt dus primair dat verzoeker er geen belang bij heeft om dit onderdeel van het eerste middel aan te voeren aangezien er voor hem geen voordeel te halen valt, ook al zouden de voor de algemene vaardigheden behaalde cijfers nietig worden verklaard.


Wir wollen keinen Superstaat", das ist meist der erste Satz, aus lauter Angst, man könne von den Neoliberalen, den Staatssouveränisten oder vom deutschen Bundesverfassungs-gericht missverstanden werden.

Wij willen geen superstaat", is dan meestal de eerste zin, puur uit angst om door de neoliberalen, door de aanhangers van het soevereiniteitsbeginsel of door het Duitse Bundesverfassungsgericht verkeerd begrepen te worden.


24 Es stehe daher nicht außer Zweifel, dass die von der Beschwerdekammer gewählte Beurteilung die richtige sei. Das HABM ersucht daher das Gericht um die Klärung der Frage, ob eine Form, die im Wesentlichen durch ästhetische Erwägungen bestimmt sei – aber dem Produkt keinen wesentlichen Wert im Sinne von Art. 7 Abs. 1 Buchst. e Ziff. iii der Verordnung Nr. 40/94 verleihe – und erheblich von einer im geschäftlichen Verkehr gemeinhin verwendeten Form abweiche, die Funktion einer Marke erfüllen könne.

Volgens het BHIM is het dus niet zeker dat het door de kamer van beroep ingenomen standpunt juist is. Het BHIM verzoekt dan ook het Gerecht om te bepalen of een vorm die hoofdzakelijk door esthetische overwegingen is ingegeven – maar die geen wezenlijke waarde aan de waar geeft in de zin van artikel 7, lid 1, sub e‑iii, van verordening nr. 40/94 – en die op significante wijze afwijkt van een in de handel gebruikelijke vorm, de functie van een merk kan vervullen.


30 Das Gericht hat daher mit der Feststellung in Randnummer 38 des angefochtenen Urteils, dass der Durchschnittsverbraucher die Form einer Verpackung nur dann als einen Hinweis auf die betriebliche Herkunft der Ware wahrnehme, wenn diese Form unmittelbar als ein solcher Hinweis wahrgenommen werden könne, keinen Rechtsfehler begangen.

30 Het Gerecht heeft dus geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door in punt 38 van het bestreden arrest te oordelen dat de gemiddelde consument de vorm van een drankverpakking slechts als een aanduiding van de commerciële herkomst van de waar zal opvatten, indien deze vorm meteen als een dergelijke aanduiding kan worden opgevat.


Nach einer ersten Prüfung erklärte die Kommission im Juni 1992 (siehe IP(92)496), daß sie im Bereich der Erwachseneninkontinenz- und der Frauenhygieneprodukte zwar keinen Einwand gegen ein Gemeinschaftsunternehmen zwischen PG und FATER erhebe, das Vorhaben aber wegen des ständig wachsenden Anteils der PG am Babywindelmarkt nicht befürworten könne.

Na deze zaak een eerste keer te hebben behandeld, kondigde de Commissie in juni 1992 (zie IP(92)496) aan dat zij zich weliswaar niet zou verzetten tegen de joint venture van PG en FATER op het gebied van produkten voor incontinentie bij volwassenen en voor de vrouwelijke hygiëne, maar dat zij de transactie niettemin niet positief kon beoordelen vanwege de voortdurende toename van het aandeel van PG op de babyluiermarkt.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'könne es keinen' ->

Date index: 2022-03-15
w