Vertaling van "königreich aufzuhalten beantragt " (Duits → Nederlands) :

Die Erlaubnis sich länger als drei Monate im Königreich aufzuhalten kann gemäss den vom König in Ausführung von Artikel 9 Absatz 2 festgelegten Modalitäten vom Ausländer beantragt werden.
De machtiging om langer dan drie maanden in het Rijk te verblijven kan door de vreemdeling in het Rijk aangevraagd worden overeenkomstig de door de Koning bepaalde modaliteiten in uitvoering van artikel 9, tweede lid.

Artikel 57 § 2 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren, dessen Tragweite nicht durch Artikel 14 des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 geändert wurde und der somit weiterhin auf einen Ausländer, der sich illegal auf dem Staatsgebiet aufhält und der aufgrund des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 einen Regularisierungsantrag eingereicht hat, anwendbar ist, solange sein Aufenthalt nicht regularisiert worden ist, und der auch auf einen sich illegal auf dem Staatsgebiet aufhaltenden Ausländer, der aufgrund von Artikel 9 Absatz 3 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 die Erlaubnis, sich im Königreich aufzuhalten, beantragt hat, anwendbar ist, solange er nicht die Erlaubnis erhalten hat, sich im Königreich aufzuhalten, verstösst nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 23 und 191 der Verfassung, mit Artikel 11 Absatz 1 des Internationalen Paktes über wirtschaftliche, soziale und kulturelle Rechte und mit Artikel 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention.
Artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, waarvan de draagwijdte niet is gewijzigd bij artikel 14 van de wet van 22 december 1999 en dat dus van toepassing is op de vreemdeling die onwettig op het grondgebied verblijft en die een regularisatieaanvraag heeft ingediend op grond van de wet van 22 december 1999, zolang zijn verblijf niet is geregulariseerd, en dat ook van toepassing is op de illegaal op het grondgebied verblijvende vreemdeling die een aanvraag tot machtiging tot verblijf in het Rijk op grond van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 heeft ingediend, zolang hij niet tot verblijf in het Rijk is gemachtigd, schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 23 en 191 van de Grondwet, met artikel 11.1 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en met artikel 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Es gibt also keinen Behandlungsunterschied zwischen einerseits den Ausländern, die sich illegal auf dem Staatsgebiet aufhalten und einen Regularisierungsantrag aufgrund des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 eingereicht haben, und andererseits den Ausländern, die sich illegal auf dem Staatsgebiet aufhalten und aufgrund von Artikel 9 Absatz 3 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 die Erlaubnis, sich im Königreich aufzuhalten, beantragt haben.
Er bestaat derhalve geen verschil in behandeling tussen, enerzijds, vreemdelingen die illegaal in het land verblijven en een aanvraag tot regularisatie hebben ingediend op basis van de wet van 22 december 1999 en, anderzijds, vreemdelingen die illegaal in het land verblijven en een aanvraag tot machtiging van verblijf in het Rijk hebben ingediend op basis van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980.