7. beobachtet mögliche Deflationsrisiken mit Aufmerksamkeit; weist darauf hin, dass die Wirksamkeit der Geldpolitik beeinträchtigt wird, wenn die Inflationsrate im Euroraum nahe bei null liegt; nimmt zur Kenntnis, dass die EZB diese sehr niedrige Inflation wohl auf kurzfristige Effekte zurückführt, und hofft, dass das mittelfristige Ziel erreicht wird, ohne dass es zu einer Deflationsphase kommt; stellt allerdings fest, dass die EZB die Inflationserwartungen für die Jahre 2015 und 2016 erneut nach unten korrigiert hat (um einen Wert zwischen 0,1 und 0,2 %);
7. houdt mogelijke deflatierisico's nauwlettend in het oog; wijst er nogmaals op dat een inflatie van bijna nul in de eurozone ten koste gaat van de effectiviteit van het monetaire beleid; neemt ter kennis dat de ECB de zeer lage inflatie toeschrijft aan kortetermijneffecten, en hoopt dat de doelstelling voor de middellange termijn zonder deflatoire fase kan worden gehaald; merkt echter op dat de ECB de inflatieramingen voor 2015 en 2016 verder naar beneden heeft bijgesteld (met 0,1% à 0,2%);
