Unabhängig von der begrenzten Höhe der Vergütung und der kurzen Dauer der Berufstätigkeit lässt sich nämlich nicht ausschließen, dass diese aufgrund einer Gesamtbewertung des betreffenden Arbeitsverhältnisses von den nationalen Stellen als tatsächlich und echt angesehen werden kann und somit erlaubt, dem Beschäftigten die „Arbeitnehmereigenschaft“ zuzuerkennen.
Het is immers niet uitgesloten dat de beroepsactiviteit, ongeacht het geringe niveau van de beloning en de korte duur ervan, na globale beoordeling van de betrokken arbeidsverhouding door de nationale autoriteiten als een reële en effectieve activiteit wordt beschouwd en dat de belanghebbende derhalve de hoedanigheid van „werknemer” in de zin van artikel 39 EG kan worden toegekend.