3. Erleichterung der Überprüfung durch die zuständigen Behörden des ersuchenden Mitgliedstaats, ob der betreffende Gegenstand ein Kulturgut darstellt, sofern die Überprüfung innerhalb von zwei Monaten nach der Unterrichtung gemäß Nummer 2 erfolgt.
3. de bevoegde autoriteiten van de verzoekende Lid-Staat gedurende een termijn van twee maanden na de in punt 2 bedoelde kennisgeving, de gelegenheid geven na te trekken of het betrokken goed een cultuurgoed in de zin van artikel 1, punt 1, vormt.