21. schlägt vor, dass EU-Rechtsetzungsvorschläge mit einer Abschätzung der Folgen für das Kulturerbe einhergehen sollten und dass das Kulturerbe in Ausnahmefällen vom Anwendungsbereich des vorgeschlagenen Rechtsakts ausgenommen werden sollte, wenn die Abschätzung negative Folgen erkennen lässt;
21. stelt voor dat de Europese wetgevingsvoorstellen moeten worden aangevuld met een effectbeoordeling over cultureel erfgoed, en dat als er in de effectbeoordeling gewag wordt gemaakt van een negatieve impact, cultureel erfgoed bij wijze van uitzondering moet worden uitgesloten van het toepassingsgebied van het wetgevingsvoorstel;