Aus den Erörterungen im zuständigen Ausschuss wird ersichtlich, dass
der vom Dekretgeber angenommene Abänderungsantrag in einem direkten Zusammenhang steht mit der neuen, durch das
Dekret eingeführten Regelung über die Neubebauung oder die Erweiterung von gebietsfremden Wohnungen, die Gegenstand einer Genehmigung sind (Artikel 43 § 2 Absatz 6 des Dekrets üb
er die Raumplanung, koordiniert am 22. Oktober 1996, abgeändert durch Artike
...[+++]l 166 des Dekrets vom 18. Mai 1999 und durch Artikel 57 des Dekrets vom 26. April 2000), und sich aus Erwägungen sozialer Art ergab.
Uit de besprekingen in de bevoegde commissie blijkt dat het door de decreetgever aangenomen amendement rechtstreeks verband houdt met de door het decreet ingevoerde nieuwe regeling voor het herbouwen of uitbreiden van zonevreemde vergunde woningen (artikel 43, § 2, zesde lid, van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, gewijzigd bij artikel 166 van het decreet van 18 mei 1999 en bij artikel 57 van het decreet van 26 april 2000) en ingegeven is door sociale motieven.