121. wiederholt seine Aufforderung an die Mitgliedstaat
en, die europäische Kooperation im Bereich der Verteidigung auszuweiten, da die europäischen Streitkräfte in Anbetracht der schrumpfenden Verteidigungshaushalte nur so weiterhin glaubwürdig und e
insatzfähig bleiben können; stellt fest, dass durch die Bündelung und gemeinsame Nutzung der EU und die intelligente Verteidigung der NATO Fortschritte gemacht wurden, und erachtet es als grundlegend, weitere Synergieeffekte zwischen den beide
n Organisationen zu ...[+++]erreichen; betont die Notwendigkeit, weitere Fortschritte bei der Bündelung und gemeinsamen Nutzung der Mittel zu erzielen, sowie das Potenzial von Synergieeffekten in der Forschung, Entwicklung und der industriellen Zusammenarbeit bei Verteidigungsfragen auf EU-Ebene; begrüßt die Initiativen für eine verstärkte Zusammenarbeit in diesem Bereich, insbesondere die Initiative „Weimar Plus“; 121. herhaalt zijn oproep aan de lidstaten om de Europese samenwerking op het vlak van defensie te verhogen, aangezien dat de enige haalbare manier is om ervoor te zorgen dat de Europese militaire strijdkracht
en geloofwaardig en operationeel kunnen blijven naarmate de defensiebegroting verder slinken; wijst op de vooruitgang die geboekt werd met het samenbrengen en delen van middelen in de EU en de slimme defensie bij de NAVO en is van mening dat het van essentieel belang is om nog meer synergieën tot stand te brengen tussen beide organisaties; wijst op de behoefte aan verdere vooruitgang bij het samenbrengen en de
...[+++]len van middelen en op het potentieel om op het niveau van de Unie synergieën te realiseren in onderzoek, ontwikkeling en industriële samenwerking op defensiegebied; is ingenomen met de initiatieven voor intensievere samenwerking op dit gebied, waaronder het initiatief Weimar plus;