Ohne dass bestimmt werden muss, ob gegen ein anderes der durch die Europäische Menschenrechtskonvention oder durch deren Zusatzprotokolle gewährleisteten Rechte verstoßen werden konnte durch die angefochtene Entscheidung des Staatsrates, genügt im Übrigen die Feststellung, dass die Verfahrensgarantien hinsichtlich des in Artikel
13 der Europäischen Konvention gewährleisteten Zugangs zu einer wirksamen Beschwerde weniger strikt sind als diejenigen, die in Artikel 6 der Konvention festgelegt sind, und dass folglich in jedem Fall durch die angefochtene Bestimmung in der in B.16 angeführten Auslegung nicht dagegen verstoßen werden kann (EuGH
...[+++]MR, 12. Januar 2010, Griechisch-katholische Pfarre Sâmbata Bihor gegen Rumänien, § 85; 15. Juli 2003, Ernst und andere gegen Belgien, §§ 80-81).Zonder dat het noodzakelijk is te bepalen of een ander van de bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens of de Aanvullende Protocollen ervan gewaarborgde rechten kon zijn geschonden door de in het geding zijnde beslissing van de Raad van
State, volstaat het bovendien vast te stellen dat de procedurele waarborgen ten aanzien van de toegang tot een daadwerkelijk rechtsmiddel, vervat in artikel 13 van het Europees Verdrag, minder strikt zijn dan die welke zijn vastgelegd bij artikel 6 van het Verdrag en dat ze dus in elk geval niet door de in het geding zijnde bepaling zoals geïnterpreteerd in B.16 kunnen zijn geschonden (EHRM, 12
...[+++] januari 2010, Grieks-katholieke parochie Sâmbata Bihor t. Roemenië, § 85; 15 juli 2003, Ernst en anderen t. België, §§ 80-81).