4. stellt fest, dass die Durchführung der Kohäsionspolitik mit einem hohen Risikograd behaftet ist, und unterstreicht, dass dieser Umstand bei der Bewertung der Fehlerquote berücksichtigt werden sollte; vertritt die Auffassung, dass effektive Kontrollmaßnahmen kosteneffizient sein und in einem proportionalen Verhältnis zu den Erfordernissen einer guten Haushaltsführung stehen müssen; unterstreicht, dass unangemessene Komplexität vermieden werden muss, um die zügige Durchführung von Programmen zu gestatten;
4. merkt op dat de uitvoering van het cohesiebeleid aan een hoog risiconiveau bloot staat en benadrukt dat hiermee rekening dient te worden gehouden bij de beoordeling van de foutenmarge; is van mening dat effectieve controlemaatregelen kosteneffectief moeten zijn en evenredig aan de vereisten van goed financieel beheer; onderstreept dat onnodige ingewikkeldheid moet worden vermeden om snelle uitvoering van de programma's mogelijk te maken;
