Wenn der Rechnungshof den guten Gebrauch der öffentlichen Mittel nach Artikel 50, 4° kontrolliert, unterbreitet er seine vorläufigen Schlussfolgerungen dem funktional zuständigen Minister und sieht er eine kontradiktorisch geführte Diskussion vor, bevor er seinen Abschlussbericht hinterlegt.
Wanneer het Rekenhof de verantwoorde aanwending van de openbare gelden naziet zoals bedoeld in artikel 50, 4°, legt hij zijn voorlopige conclusies voor aan de vakminister en voorziet het in een tegensprekelijk debat voor indiening van zijn eindverslag.