26. teilt die Auffassung, dass von den Gebern aufgezwungene Sonderkonditionen für die Hilfe selten funktionieren, da sie die historisch bedingten wirtschaftlichen Interessen der Geber widerspiegeln; unterstreicht jedoch, dass Unterstützung aus dem Gesamthaushaltsplan als bevorzugter Hilfe
mechanismus weitere Kontrolle erfordert und nur dann in Betracht gezogen werden sollte, wenn die Voraussetzungen stimmen und wirksame Kontrollsysteme, z.B. durch unabhängige Kommissionen unter der Aufsicht der nationalen Parlamente, bestehen; ist ferner der Ansicht, dass die Kommission und die Mitgliedstaaten
möglichst versuchen ...[+++]sollten, im Rahmen des verfügbaren Spektrums von Projekthilfe zu sektorweiten Konzepten und danach zu direkter Unterstützung aus dem Haushaltsplan überzugehen; 26. erkent dat specifieke voorwaarden die door de donoren aan de hulp worden gesteld, zelden effectief zijn; benadrukt echter dat een eventuele keuze voor algemene begrotingssteun als voorkeursmechanisme voor de hulp nog nader onderzoek vergt en alleen moet worden overwogen wanneer de situatie zich daartoe leent en effectieve controlesystemen zijn opgezet, bijvoorbeeld via onafhankelijke commissies onder toezicht van de nationale parlementen; is van mening dat de Commissie en de lidstaten ernaar dienen te streven van projecthulp naar een sectorale aanpak en vervolgens op directe begrotingssteun over te stappen;