11. Stellt eine zuständige Behörde fest, dass eine Charge eines Tierarzneimittels nicht dem Kontrollbericht des Herstellers oder den in der Zulassung vorgeschriebenen Spezifikationen entspricht, ergreift sie Maßnahmen gegen den Zulassungsinhaber und den Hersteller und unterrichtet davon die zuständigen Behörden in anderen Mitgliedstaaten, in denen das Tierarzneimittel zugelassen ist.
11. Indien een bevoegde instantie vaststelt dat een partij van een immunologisch geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik niet in overeenstemming is met de controleverslagen van de fabrikant of met de specificaties in de vergunning voor het in de handel brengen, neemt zij maatregelen tegen de houder van de vergunning voor het in de handel brengen en de fabrikant; zij stelt de bevoegde instanties van de andere lidstaten waar voor het geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik een vergunning is verleend, hiervan in kennis.