F. in der Überzeugung, dass die Annahme und unverzügliche Anwendung von Maßnahmen wie dem Rahmenbeschluss 2002/584/JI des Rates vom 13. Juni 2002 über den Europäischen Haftbefehl und die Übergabeverfahren zwischen den Mitgliedstaaten und dem Rahmenbeschluss 2002/475/JI des Rates vom 13. Juni 2002 zur Terrorismusbekämpfung unverzichtbare Instrumente im Kampf gegen dieses Verbrechen sind; in der Befürchtung, dass das Fehlen von Maßnahmen zur Gewährleistung der Grundrechte das gegenseitige Vertrauen in die Justizsysteme der Mitgliedstaaten untergraben kö
nnte, und in diesem Kontext unter Kenntnisnahme der Vorbehalte, die im Europäischen
...[+++]Parlament und in einigen nationalen Parlamenten sowie von Vertretern der Zivilgesellschaft gegenüber der Annahme und anschließenden Umsetzung des Rahmenbeschlusses 2002/584/JI bekundet wurden; ermutigt durch die Auffassung des griechischen und italienischen Ratsvorsitzes, dass die Frage der Mindeststandards nach dem Strafverfahrensrecht eng mit dem gesamten Programm zur gegenseitigen Anerkennung verknüpft und bis zu einem gewissen Grade eine Voraussetzung für seinen Erfolg ist,F. van mening dat het nemen en onmiddellijk toepassen van maatregelen als Kaderbesluit van de Raad 2002/584/JBZ van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en Kaderbesluit van de Raad 2002/475/JBZ van 13 juni 2002 betreffende maatregelen ter bestrijding van het terrorisme van wezenlijk belang zijn ter bestrijding van de criminaliteit; overwegende evenwel dat het feit dat geen aanvullende maatregelen als strafprocesrechtelijke minimumnormen zijn genomen, het wederzijdse vertrouwen in de rechtsstelsels v
an de lidstaten zou kunnen ondermijnen; wijzend in dit verband op de voorbehouden die in het Europees Parlement, in somm
...[+++]ige nationale parlementen alsook in maatschappelijke kringen zijn geuit over de goedkeuring en daaropvolgende uitvoering van Kaderbesluit 2002/584/JBZ; aangemoedigd door het standpunt van het Griekse en het Italiaanse voorzitterschap dat het thema van strafprocesrechtelijke minimumnormen "nauw samenhangt met het hele programma voor wederzijdse erkenning en in zekere mate een voorwaarde is voor het welslagen daarvan",