18. stellt fest, dass es durch das Inkrafttreten des Lissabon-Vertrags nicht mehr nur ein Konsultationsorgan ist, sondern auch in der Fischereipolitik zum Mitgesetzgeber wird, der die Entscheidungsbefugnis, abgesehen von der Festsetzung von zulässigen Gesamtfangmengen und Quoten, mit dem Rat teilt;
18. benadrukt dat het met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon niet alleen maar een te raadplegen instantie is maar in het visserijbeleid ook wetgever wordt en de beslissingsbevoegdheid met de Raad deelt, behalve voor de vaststelling van TAC's en quota's;