Das Verfahren konnte danach eingestellt werden. Die Kommission hatte im September 1993 das Verfahren eröffnet, weil sie einerseits Zweifel hatte, ob die vorgesehene Restrukturierungsbeihilfe zu einer erfolgreichen Sanierung des Unternehmens führen würde und andererseits, weil sie Störungen insbesondere auf dem Automobilzulieferermarkt befürchtete, die mit dem gemeinsamen Markt nicht vereinbar sein könnten.
De Commissie had in september 1993 de procedure ingeleid, omdat zij enerzijds betwijfelde of de voorgenomen herstructureringssteun tot een succesvolle sanering van de onderneming zou leiden en anderzijds omdat zij met name op de markt voor autotoeleveranciers verstoringen vreesde, die niet verenigbaar konden zijn met de gemeenschappelijke markt.
