10.4. Konflikte zwischen Mitgliedern der diplomatischen oder konsularischen Vertretung, die mit der Anwendung des Diplomatenstatus in Zusammenhang stehen und die berufliche Tätigkeit oder das persönliche Auftreten der Vertreter der Gemeinschaften und/oder Regionen betreffen, werden innerhalb der in Artikel 15 vorgesehenen Arbeitsgruppe in Absprache mit den direkt betroffenen Vertragsparteien behandelt.
10.4. Geschillen tussen de leden van de diplomatieke of consulaire post over de toepassing van het diplomatieke statuut en betreffende de professionele activiteiten of het persoonlijk gedrag van de vertegenwoordigers van de Gemeenschappen en/of de Gewesten, worden in overleg tussen de rechtstreeks betrokken partijen behandeld, in de in artikel 15 bedoelde werkgroep.