8. begrüßt die Ausweitung des Subsidiaritätsprinzips, insbesondere in Bezug auf die lokalen und regionalen Gebietskörperschaften, sowie die Schaffung des „Frühwarnsystems“, mit dem die nationalen Parlamente in die Lage versetzt werden sollten, die Übereinstimmung von Legislativvorschlägen der Gemeinschaft mit den Grundsätzen der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit besser zu beurteilen; weist in diesem Zusammenhang darauf hin, dass die Beziehungen zwischen dem Ausschuss für regionale Entwicklung und den nationalen Parlamenten beispielsweise durch die Entwicklung bzw. Verstärkung spezifischer Kommunikationskanäle ausgebaut werden müssen; ist diesbezüglich davon überzeugt, dass die Einbeziehung der lokalen und regionalen Gebietskörpers
...[+++]chaften und Parlamente im Hinblick auf die Subsidiarität ein wichtiger Aspekt sein könnte, und erinnert daran, dass diese Einbeziehung von den nationalen Bestimmungen abhängig ist; 8. verwelkomt de verruiming van het subsidiariteitsbeginsel, met name ten aanzien van plaatselijke en regionale autoriteiten, en de opneming van een “mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing”, waardoor nationale parlementen beter kunnen beoordelen in hoeverre communautaire wetsvoorstellen consistent zijn met de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit; wijst in dit verband op de noodzaak de bet
rekkingen tussen de Commissie regionale ontwikkeling en de nationale parlementen te verbeteren, bijvoorbeeld door middel van de ontwikkeling of versterking van specifieke communicatiekanalen; gelooft in dit opzicht dat de betrokkenheid
...[+++] van plaatselijke en regionale autoriteiten en parlementen met betrekking tot subsidiariteit een belangrijk aspect kan vormen en herinnert eraan dat een dergelijke betrokkenheid afhangt van nationale bepalingen;