21. ist der Auffassung, dass das Wiederaufgreifen der Vorstellung von einem einzigen Verantwortlichen für Fragen im Zusammenhang mit Menschenrechten und Demokratisierung von Drittländern sehr sinnvoll wäre, um die Tätigkeit der Kommission in diesem Bereich sichtbarer zu machen, ohne dass dadurch weder die Kompetenzaufteilung auf Kollegiumsebene noch der horizontale Ansatz für diese Fragen beeinträchtigt würden;
21. acht het nuttig zich opnieuw te bezinnen over de aanwijzing van één enkele verantwoordelijke voor thema's in verband met mensenrechten en democratisering van derde landen, teneinde het optreden van de Commissie op dit gebied zichtbaarder te maken, zonder dat daarbij afbreuk mag worden gedaan aan de verdeling van de bevoegdheden binnen het college of aan het idee van een horizontale benadering van deze kwesties;