Schließlich wird die Probe mit 70 ml Natriumhydroxidlösung (4.4) (vgl. Anmerkung) versetzt, wobei die Lösung vorsichtig über den geneigten Kolbenhals einzugießen ist, so daß sie am Grunde der Blase eine Schicht bildet; das obere Ende des Halses darf von der Natriumhydroxidlösung nicht benetzt werden.
Voeg dan aan elke kolf 70 ml natriumhydroxide-oplossing (4.4) toe (zie opmerking), en doe dit door langzaam gieten langs de hals van de schuingehouden kolf om onderin de bol een laag te vormen; zorg dat de bovenzijde van de hals niet door de hydroxide-oplossing wordt bevochtigd.