Die Überprüfung wird sich auf die Fragen erstrecken, ob in Anbetracht der Rechtsprechung des Gerichtshofs zum Anspruch auf bezahlten Jahresurlaub als Grundsatz des Sozialrechts der Union, der auch ausdrücklich in Art. 31 Abs. 2 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union verankert und insbesondere Gegenstand der Richtlinie 2003/88/EG des Europäischen
Parlaments und des Rates vom 4. November 2003 über bestimmte Aspekte der Arbeitszeitgestaltung (1) ist, das Urteil des Gerichts der Europäischen Union vom 8. November 2012, Kommission/Strack (T-268/11 P), dadurch d
ie Einheit oder ...[+++] die Kohärenz des Unionsrechts beeinträchtigt, dass das Gericht als Rechtsmittelgericht
De heroverweging zal betrekking hebben op de vraag of, gelet op de rechtspraak van het Hof over het recht op vakantieverlof met behoud van loon als beginsel van het sociale recht van de Unie, dat ook uitdrukkelijk is neergelegd in artikel 31, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met name voorwerp is van richtlijn 2003/88/
EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (1), het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 8 november 2012, Commissie/Strack (T-268/11 P), de eenheid of de samenhang van het recht van de Unie aa
...[+++]ntast, in die zin dat dit Gerecht, als rechter in hogere voorziening: