18. unterstreicht, dass es dringend erforderlich ist, ko-modale Infrastrukturen zu entwickeln und Plattformen und Umschlagseinrichtungen, insbesondere zwischen der Binnenschifffahrt und dem Schienenverkehr, sowie Trockenhäfen im Hinterland zu schaffen und so eine europäische Binnenlogistik zu fördern; fordert in diesem Sinne, unter anderem die Verbindung zwischen Schienenverkehr und Flughäfen zu verstärken, um die Kapazität und Wettbewerbsfähigkeit des Luftverkehrssektors sowohl bei innergemeinschaftlichen Flügen als auch auf Langstrecken außerhalb der EU unter besonderer Beachtung des Frachtverkehrs zu erhalten;
18. wijst op de dringende noodzaak co-modale infrastructuur te ontwikkelen en perrons en overslagfaciliteiten aan te leggen, in het bijzonder tussen binnenlandse waterwegen en spoorwegen, alsmede inlandterminals in het achterland om een Europees binnenlands logistiek systeem te ontwikkelen; is ook van mening dat de verbindingen tussen spoorwegen en luchthavens dringend uitgebreid moeten worden om de capaciteit en het concurrentievermogen van de luchtvaartsector te handhaven, zowel met betrekking tot vluchten binnen de Gemeenschap als tot langeafstandsvluchten buiten de EU, met name ten aanzien van het vrachtvervoer;
