Liegt der Wert des Schwerpunkts der Zugmaschine(2) (gemessen zum Boden und unter Verwendung normaler Reifen), geteilt durch die mittlere Mindestspurweite sämtlicher Achsen über 0,90, darf die bauartbedingte Hoechstgeschwindigkeit 30 km/h nicht übersteigen.
Wanneer de waarde van de hoogte van het zwaartepunt van de trekker(2) (ten opzichte van de grond en met de normaal gemonteerde banden gemeten), gedeeld door het gemiddelde van de minimumspoorbreedten van alle assen, meer dan 0,90 bedraagt, mag de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet hoger zijn dan 30 km/h.