Jede in einem schwachbewohnten Gebiet gelegene Wohnung, deren Schadstoffbelastung zwischen 20 und 100 Einwohnergleichwerten liegt, muss mit einer individuellen Kläranlage ausgerüstet sein, die den in der Anlage III. 2 zum vorigen Erlass festgelegten sektorbezogenen Emissions- und Betriebsbedingungen genügt.
De in een dunbevolkt gebied gelegen woning waarvan de vuilvracht tussen 20 en 100 i.e. ligt, moet voorzien zijn van een individuele zuiveringsinstallatie die voldoet aan de sectorale emissie- en exploitatienormen bedoeld in bijlage III. 2 bij dit besluit.