Die Klägerinnen leiten einen vierten Klagegrund aus dem Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 3 Absatz 1 und 11 Absätze 2 und 3 der Richtlinie 96/92/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 19. Dezember 1996 betreffend gemeinsame Vorschriften für den Elektrizitätsbinnenmarkt sowie Artikel 3 der Richtlinie 91/156/EWG des Rates vom 18. März 1991 zur Änderung der Richtlinie 75/442/EWG über Abfälle ab.
De verzoeksters leiden een vierde middel af uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, junctis de artikelen 3, lid 1, en 11, leden 2 en 3, van de richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijk regels voor de interne markt voor elektriciteit, alsook artikel 3 van de richtlijn 91/156/EEG van de Raad van 18 maart 1991 tot wijziging van richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen.