Vertaling van "klägerin geltend " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

bezüglich geltender Vorschriften auf dem Laufenden bleiben | bezüglich geltender Vorschriften auf dem neuesten Stand bleiben
op de hoogte blijven van regelgeving

geltendes Auslieferungsübereinkommen
geldend uitleveringsverdrag

Frist, innerhalb deren der Senat sein Evokationsrecht geltend machen kann
termijn waarbinnen de Senaat zijn evocatierecht kan uitoefenen

geltender Zinssatz
vigerende rentevoet

geltend machen
beroepen (zich)

aktueller Akt | als aktuell geltender Akt
actief dossier

abschließend bescheiden | geltend machen | verteidigen
verdedigen

für das Schiff geltende Vorschriften kommunizieren
scheepsvereisten doorgeven

Ansprüche bei Versicherungsgesellschaften geltend machen
claims indienen bij verzekeringsmaatschappijen

als erteilt geltende Genehmigung
stilzwijgende toestemming

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Insbesondere geht aus Rn. 16 der angefochtenen Entscheidung hervor, dass die Beschwerdekammer die von der Rechtsprechung genannten Kriterien (siehe unten, Rn. 84) aufgegriffen und auf die von der Klägerin geltend gemachten Gemeinschaftsmarkeneintragungen angewandt hat, die sie letztlich mit der Begründung verworfen hat, dass sie an frühere oder fehlerhafte Entscheidungen des HABM nicht gebunden sei.
Uit punt 16 van de bestreden beslissing blijkt in het bijzonder dat de kamer van beroep de in de rechtspraak vermelde criteria (zie punt 84 infra) heeft overgenomen en heeft toegepast op de gemeenschapsmerkinschrijvingen waarop verzoekster zich beriep, om deze van de hand te wijzen, aangezien zij niet was gebonden door oudere of onjuiste beslissingen van het BHIM.

Aus der angefochtenen Entscheidung ergibt sich, dass sich, wie die Klägerin geltend gemacht hat, die Beschwerdekammer nicht zu diesem Dokument geäußert hat.
Uit de bestreden beslissing blijkt dat, zoals verzoekster heeft aangevoerd, de kamer van beroep zich over dat document niet heeft uitgesproken.

Im vorliegenden Fall macht die Klägerin geltend, das Schreiben vom 28. Juli 2009, das mit der Überschrift „Beschwerde“ versehen sei und sich ausdrücklich auf die Bestimmungen des Art. 90 Abs. 2 des Statuts bezogen habe, stelle eine Beschwerde im Sinne der genannten Bestimmungen dar.
In casu stelt verzoekster dat de nota van 28 juli 2009, die het opschrift „Klacht” draagt en uitdrukkelijk verwijst naar de bepalingen van artikel 90, lid 2, van het Statuut, een klacht is in de zin van die bepalingen.

15 Zweitens macht die Klägerin geltend, dass das Erscheinungsbild der hier fraglichen Ware, wie im Übrigen auch das verschiedener anderer ihrer Produkte, nicht durch technische Funktionen vorgegeben sei, sondern auf ästhetischen Erwägungen beruhe und speziell in der Absicht kreiert worden sei, Unterscheidungskraft zu bewirken und Aufmerksamkeit zu wecken.
In de tweede plaats voert verzoekster aan dat de verschijningsvorm van de betrokken waar, net als die van bepaalde van haar andere waren, niet is ingegeven door technische functies, maar door esthetische overwegingen, en dat hij specifiek beoogt, zich te onderscheiden en de aandacht te trekken.

Mit der von ihr beim Tribunale di Roma beantragten Vorladung macht die Klägerin einen Schadenersatz von € 500 000 einzeln und gesamtschuldnerisch bei verschiedenen Beklagten geltend, zu denen Herr Gargani gehört, weil er angeblich die Beklagte verleumdet und so ihren Ruf beschädigt habe.
In haar vordering bij de Tribunale di Roma wordt een schadevergoeding geëist van EUR 500.000 van alle aangeklaagden, waaronder de heer Gargani, wegens smaad jegens eiseres, die van opvatting is dat hierdoor haar reputatie is aangetast.

Jede als Klägerin oder Beklagte an einer zivilrechtlichen Streitsache beteiligte natürliche Person hat Anspruch auf eine angemessene Prozesskostenhilfe, wenn sie nicht über ausreichende Mittel im Sinne von Artikel 13 verfügt , um ihre Rechte geltend zu machen, unbeschadet der Bestimmungen von Artikel 14 .
Elke natuurlijke persoon die als eiser of verweerder betrokken is bij een burgerrechtelijk geschil heeft recht op adequate rechtsbijstand wanneer zijn middelen in de zin van artikel 13 niet toereikend zijn om zijn rechten voor de rechter te doen gelden, onverminderd de bepalingen van artikel 14.

Jede als Klägerin oder Beklagte an einer zivilrechtlichen Streitsache beteiligte natürliche Person hat Anspruch auf eine angemessene Prozesskostenhilfe, wenn sie nicht über ausreichende Mittel im Sinne von Artikel 13 verfügt, um ihre Rechte geltend zu machen, unbeschadet der Bestimmungen von Artikel 14.*
Elke natuurlijke persoon die als eiser of verweerder betrokken is bij een burgerrechtelijk geschil heeft recht op adequate rechtsbijstand wanneer zijn middelen in de zin van artikel 13 niet toereikend zijn om zijn rechten voor de rechter te doen gelden, onverminderd de bepalingen van artikel 14.

Jede für Prozesskostenhilfe in Frage kommende und als Klägerin oder Beklagte an einer zivilrechtlichen Streitsache beteiligte natürliche Person hat Anspruch auf eine angemessene Prozesskostenhilfe, wenn sie nicht über ausreichende Mittel im Sinne von Artikel 13 verfügt, um ihre Rechte geltend zu machen, unbeschadet der Bestimmungen von Artikel 14.*
Elke voor rechtsbijstand in aanmerking komende persoon die als eiser of verweerder betrokken is bij een burgerrechtelijk geschil heeft recht op adequate rechtsbijstand wanneer zijn middelen in de zin van artikel 13 niet toereikend zijn om zijn rechten voor de rechter te doen gelden, onverminderd de bepalingen van artikel 14.

« dass die Klägerin geltend macht, der Grundsatz der Gleichheit werde verletzt, indem der König als Gesetzgeber aufgrund des (ehemaligen) Artikels 78 der Verfassung im Hinblick auf die Vermeidung der ' Umgehung der Steuer ' (nämlich die Möglichkeit, zweimal anstatt einmal die Befreiung der Investitionsrücklage für das gleiche Veranlagungsjahr in Anspruch nehmen zu können) ein Mittel (Artikel 2 § 4 des königlichen Erlasses Nr. 149) angewandt habe, das nicht angepasst sei und nicht im Verhältnis zum angestrebten Ziel stehe, da es zur Folge habe, dass der Steuerpflichtige, der das Abschlussdatum seines Geschäftsjahres vorverlegt habe, weder die Investitionsrücklage noch den Investitionsabzug geltend machen könne; dass die Klägerin die Ansicht vertritt, der Grundsatz der Gleichheit sei somit verletzt worden, da alle anderen Steuerpflichtigen, die keine ' Verschiebung ' ihres Geschäftsjahres vorgenommen haben, zumindest den Investitionsabzug geltend machen konnten ».
« dat de eiseres aanvoert dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden omdat de Koning, als wetgever, krachtens artikel 78 Grondwet/oud, ter vermijding van een zogenaamde belastingontwijking (namelijk het tweemaal kunnen genieten van de aftrek van de investeringsreserve in hetzelfde aanslagjaar in plaats van éénmaal), een middel aanwendde (artikel 2 § 4 K.B. 149) dat niet adequaat is en niet in verhouding is tot het gestelde doel, nu het gevolg daarvan is dat de belastingplichtige die zijn afsluitingsdatum van zijn boekjaar heeft vervroegd, noch de investeringsreserve, noch de investeringsaftrek kan aftrekken; dat de eiseres meent dat aldus het gelijkheidsbeginsel werd geschonden nu alle andere belastingplichtigen, die niet overgegaan zijn tot ' verschuiving ' van hun boekjaar, wel, minstens de investeringsaftrek konden bekomen ».