Uns allen ist bewusst, welche verheerenden Folgen Ausbrüche von Tierkrankheiten haben können: Sie können die öffentliche Gesundheit ernsthaft gefährden, das öffentliche Vertrauen in die Landwirtschaft im Allgemeinen und in tierische Erzeugnisse im Besonderen untergraben, hohe Kosten für die Wirtschaft verursachen – erinnert sei nur daran, dass die Krise der Maul- und Klauenseuche 2001 allein im Vereinigten Königreich über 13 Milliarden Euro gekostet hat – und sie können darüber hinaus zu Tier- und Umweltschutzproblemen führen.
We erkennen allen dat uitbraken van dierziektes verschrikkelijke gevolgen kunnen hebben: zij kunnen een ernstig gevaar voor de volksgezondheid inhouden; zij kunnen het vertrouwen van het publiek in de landbouwsector schaden in het algemeen en in dierlijke producten in het bijzonder; zij kunnen leiden tot zware economische kosten– denk er slechts aan dat de mond-en
-klauwzeercrisis in 2001 alleen al in het Verenigd Koninkrijk meer dan dertien miljard euro kostte – en uitbraken van dierziektes kunnen ook leiden tot problemen met betrek
...[+++]king tot dierenwelzijn en het milieu.