2. ist der Auffassung, dass mit den in Teil I des Entwurfs einer Verfassung aufgeführten Grundsätzen generell der Status q
uo aufrechterhalten wird, was die dem Parlament als Teil der Haushaltsbehörde vom bestehenden Vertrag übertragenen Befugnisse betrifft, eine demokratische Kontrolle der EU-Ausgaben sicherzustellen; vertritt die Ansicht, dass das in Artikel III-308 vorgesehene Verfahren für den mehrjährigen Finanzrahmen die Mitwirkung des EP an der Einigung über die Finanzielle Vorausschau nicht beeinträchtigen sollte; ist ferner der Auffassung, dass einige Fortschritte erzielt worden sind, i
nsbesondere was die ...[+++]Klassifizierung der Ausgaben, die Vereinfachung des Haushaltsverfahrens und die Erhebung der Haushaltsordnung in den Rang eines Rechtsakts der Gemeinschaft betrifft; 2. is van mening dat de beginselen die in deel I van de ontwerpgrondwet worden genoemd, in het algemeen zorgen voor handhaving van het evenwicht zoals dit door het bestaande Verdrag aan het Parlement als tak van de b
egrotingsautoriteit wordt toegekend, teneinde democratische controle van de EU-uitgaven te waarborgen; is van oordeel dat de procedure voor het meerjarig financieel kader waarin artikel III-308 voorziet, geen afbreuk mag doen aan de betrokkenheid van het EP bij de goedkeuring van de financiële vooruitzichten; is verder van oordeel dat er enige vooruitgang is geboekt, met name wat betreft de classificatie van de uitgaven, de
...[+++] vereenvoudiging van de begrotingsprocedure en de verheffing van het Financieel Reglement tot Gemeenschapsrecht;