1. Die Mitgliedstaaten verwenden die in Anhang II definierten Objektarten und assoziierten Datentypen, Enumerationen und Codelisten für den Austausch und die Klassifizierung von Geo-Objekten in Datensätzen, die den Vorgaben nach Artikel 4 der Richtlinie 2007/2/EG entsprechen.
1. De lidstaten moeten de ruimtelijke objecttypes en de geassocieerde gegevenstypes, opsommingen en codelijsten gedefinieerd in bijlage II gebruiken voor de uitwisseling en classificatie van ruimtelijke objecten uit gegevensverzamelingen die voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 4 van Richtlijn 2007/2/EG.