Der Ministerrat führt die Unzulässigkeit der Klagegründe an, weil nicht ausreichend klar dargelegt sei, auf welche Weise das angefochtene Gesetz gegen die in den Klagegründen angeführten Bestimmungen verstoße, zumindest insofern sie sich auf Artikel 30 der Verfassung und Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention bezögen.
De Ministerraad voert de niet-ontvankelijkheid van de middelen aan wegens ontstentenis van een voldoende duidelijke uiteenzetting van de wijze waarop de bestreden wet de in de middelen bedoelde bepalingen zou schenden, minstens in zoverre artikel 30 van de Grondwet en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens daarin worden beoogd.