Der Ministerrat stellt die Zulässigkeit der von der ersten klagenden Partei in der Rechtssache Nr. 5673 erhobenen Klage in Abrede, insofern die Gewerkschaftsorganisation unter Verletzung von Artikel 7 Absatz 3 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof keinen Beschluss zur Erhebung der Nichtigkeitsklage vorlegen würde.
De Ministerraad betwist de ontvankelijkheid van het beroep dat door de eerste verzoekende partij in de zaak nr. 5673 is ingesteld, in zoverre de vakorganisatie, met schending van artikel 7, derde lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, geen beslissing om de vernietiging te vorderen zou voorleggen.