Vertaling van "kernmerkmale des leader-ansatzes sind " (Duits → Nederlands) :

69. stellt fest, dass es, wie der Rechnungshof anmerkt, mehrere Bereiche gibt, in denen erhebliche Verbesserungen vorgenommen werden können, um sicherzustellen, dass die zusätzlichen Nutzeffekte erzielt werden, die Kernmerkmale des Leader-Ansatzes sind; bedauert sehr, dass 10 Jahre nach der vorangegangenen Prüfung von Leader durch den Rechnungshof nach wie vor die gleichen schwerwiegenden Mängel bestehen;
69. merkt op dat de Rekenkamer aangeeft dat op een aantal gebieden significante verbeteringen mogelijk zijn om te zorgen voor de toegevoegde waarde die de kern is van de aanpak van Leader; betreurt het ten zeerste dat 10 jaar na de vorige audit van de Leader-aanpak door de Rekenkamer nog steeds dezelfde ernstige gebreken voorkomen;

71. stellt fest, dass es, wie der Rechnungshof anmerkt, mehrere Bereiche gibt, in denen erhebliche Verbesserungen vorgenommen werden können, um sicherzustellen, dass die zusätzlichen Nutzeffekte erzielt werden, die Kernmerkmale des Leader-Ansatzes sind; bedauert sehr, dass 10 Jahre nach der vorangegangenen Prüfung von Leader durch den Rechnungshof nach wie vor die gleichen schwerwiegenden Mängel bestehen;
71. merkt op dat de Rekenkamer aangeeft dat op een aantal gebieden significante verbeteringen mogelijk zijn om te zorgen voor de toegevoegde waarde die de kern is van de aanpak van Leader; betreurt het ten zeerste dat 10 jaar na de vorige audit van de Leader-aanpak door de Rekenkamer nog steeds dezelfde ernstige gebreken voorkomen;

78. begrüßt die Schlussfolgerung des Hofes, dass die Landwirte im Allgemeinen durch angemessene Anleitung eine ausreichende Unterstützung erfahren, und nimmt zur Kenntnis, dass der Hof auf viele Fälle der Anwendung bewährter Verfahren verweist; ist besorgt , dass die meisten Mitgliedstaaten nicht abschätzen, welche Mindestbeteiligungsquote benötigt wird, um zu gewährleisten, dass die Teilmaßnahmen die erwarteten ökologischen Wirkungen erzielen, und ob die Beihilfebeträge angemessen sind, um diese Mindestquote zu erreichen; ist der Auffassung, dass ein kollektiver Ansatz auch über das Leader-Konzept zur Entwicklung des ländlichen Raums angewandt werden kann;
78. is ingenomen met de conclusie van de Rekenkamer dat landbouwers in het algemeen goed ondersteund worden met de juiste begeleiding en wijst op de vele gevallen van beproefde praktijken die de Rekenkamer heeft vastgesteld; is bezorgd dat de meeste lidstaten niet bepalen wat het vereiste minimale deelnameniveau moet zijn om te waarborgen dat de submaatregelen tot de verwachte milieueffecten leiden en of de steunbedragen adequaat zijn om dit minimumniveau te halen; is van mening dat de Leader-aanpak voor plattelandsontwikkeling ook zou kunnen worden gebruikt om een collectieve aanpak te volgen;

82. befürwortet daher die Aufnahme zielgerichteter, von den Mitgliedstaaten zu bestimmender Maßnahmen in die zweite Säule, um gemeinsame Ziele der EU hinsichtlich der Entwicklung des ländlichen Raums (Strategie 2020) zu verwirklichen; hebt die Bedeutung eines gezielten und ergebnisorientierten Gesamtrahmens der EU hervor, hält jedoch daran fest, dass die Mitgliedstaaten und die regionalen Gebietskörperschaften am besten in der Lage sind, zu entscheiden, welche Programme vor Ort am meisten zur Erfüllung der EU-Ziele beitragen können; fordert daher, bei der Konzeption von künftigen Programmen zur Entwicklung des ländlichen Raums die Grundsätze von Subsidiarität und Flexibilität anzuwenden und hält einen stark partizipativ orientierten Ansatz bei örtlichen und subregionalen Partnerschaften für notwendig, wobei bei der Konzeption und Umsetzung zukünftiger europäischer und einzelstaatlicher Programme zur Entwicklung des ländlichen Raums nach der LEADER-Methode vorgegangen werden sollte; ist der Auffassung, dass Folgeabschätzungen und ausführliche Simulationen angewendet werden sollten, um einen verringerten nationalen Beitrag bei den gezielteren Maßnahmen zu bestimmen;
82. spreekt zich daarom uit voor de invoering van doelgerichtere, door de lidstaten te bepalen maatregelen in de tweede pijler om gemeenschappelijke doelstellingen van het beleid voor plattelandsontwikkeling van de EU (2020-strategie) te verwezenlijken; stelt dat, ondanks het belang van een zich op globale doelen richtend en resultaatgericht Europees kader, de lidstaten en regionale instanties het best in staat zijn een beslissing te nemen over de programma's die lokaal het meest kunnen bijdragen tot het realiseren van Europese doelen; dringt daarom aan op subsidiariteit en flexibiliteit bij de opzet van plattelandsontwikkelingsprogramma's en op een benadering die nadrukkelijk uitgaat van lokale en subregionale partnerschappen, terwijl daarnaast de LEADER-methode bij de opstelling en uitvoering van de toekomstige Europese en nationale programma's voor plattelandsontwikkeling moet worden aangewend; is van mening dat een beperkte nationale bijdrage die van toepassing is op de meer gerichte maatregelen het voorwerp zal moeten vormen van uitgebreide effectbeoordelingen en gedetailleerde simulaties;