(9) Bis zu dem in Artikel 9 Absatz 3 genannten Zeitpunkt tragen die Mitgliedstaaten, die auf freiwilliger Basis eine elektronische Kennzeichnung gemäß dem Anhang Abschnitt A Nummern 4 und 6 eingeführt haben, dafür Sorge, dass die Nummer für die elektronische Identifikation der einzelnen Tiere und die Merkmale des verwendeten Kennzeichens in der entsprechenden Gesundheitsbescheinigung gemäß der Richtlinie 91/68/EWG, die die Tiere im innergemeinschaftlichen Handel begleitet, vermerkt sind.
9. Tot de in artikel 9, lid 3, genoemde datum zien de lidstaten die op vrijwillige basis, overeenkomstig de bepalingen van de bijlage, deel A, punten 4 en 6, elektronische identificatie hebben ingevoerd, erop toe dat het elektronisch identificatienummer en de kenmerken van het gebruikte identificatiemiddel worden vermeld in het desbetreffende certificaat van Richtlijn 91/68/EEG waarvan de dieren vergezeld gaan, die aan het intercommunautaire handelsverkeer deelnemen.