8. begrüßt die verbesserte Zusammenarbeit mit Drittländern in Sicherheitsfragen und betont, dass eine solche Zusammenarbeit – vom Austausch nachrichtendienstlicher Erkenntnisse über die Rechtsstaatlichkeit, bis zu Reform der Justiz und Programmen im Bereich der Strafjustiz – strikt im Einklang mit dem Völkerrecht stehen und keinen Vorrang vor anderen außenpolitischen Zielen genießen sollte, insbesondere der Förderung der Menschenrechte, der Rechtsstaatlichkeit und der Demokratisierung;
8. benadrukt dat dergelijke samenwerking – op het gebied van de uitwisseling van inlichtingen, de beginselen van de rechtsstaat, justitiële hervormingen en strafrechtsplegingsprogramma's – strikt in overeenstemming met het internationaal recht moet verlopen en niet ten koste mag gaan van andere doelstellingen van het extern beleid, met name de bevordering van de mensenrechten, de rechtsstaat en democratisering;