Traduction de «keine symbole mehr vorsieht » (Allemand → Néerlandais) :

wenn der übertragende Zahlungsdienstleister keinen Mechanismus für eine automatische Umleitung von eingegangenen Überweisungen und Lastschriften zu dem beim empfangenden Zahlungsdienstleister geführten Konto des Verbrauchers vorsieht, storniert er ab dem vom empfangenden Zahlungsdienstleister angegebenen Datum eingegangene Überweisungen für das Zahlungskonto und akzeptiert ab diesem Zeitpunkt keine Lastschriften mehr für das Konto;
indien de overbrengende betalingsdienstaanbieder geen systeem aanbiedt voor automatische doorgeleiding van inkomende overmakingen en automatische afschrijvingen naar de rekening die de consument bij de ontvangende betalingsdienstaanbieder aanhoudt, vanaf de door de ontvangende betalingsdienstaanbieder gevraagde datum op de betaalrekening inkomende overmakingen stopzetten en ophouden automatische afschrijvingen te aanvaarden.

E. in dem Mandat jedoch auf den Anspruch verzichtet wird, einen einzigen Verfassungsvertrag schaffen zu wollen, der die bisherigen Verträge ersetzt, und dieses Mandat keine Formulierungen mehr enthält, die den Bürgerinnen und Bürgern ein klares Verständnis von der Art der Rechtsakte der Union vermitteln würden, keine Symbole mehr vorsieht, die es den Bürgerinnen und Bürgern leichter machen würden, sich mit der Europäischen Union zu identifizieren, und mehrere Ausstiegsklauseln für bestimmte Bereiche enthält, in denen einzelne Mitgliedstaaten Schwierigkeiten vorgebracht haben;
E. in het mandaat wordt echter afgezien van het doel om één grondwettelijk verdrag op te stellen ter vervanging van de bestaande Verdragen, van benamingen die de burgers een helder begrip zouden geven van de aard van de besluiten van de Unie, alsmede van een aantal symbolen die het voor de burgers gemakkelijker zou maken zich te identificeren met de Europese Unie, en bevat tevens een aantal opties om niet deel te nemen op bepaalde terreinen waarvoor afzonderlijke lidstaten problemen hebben opgeworpen;

E. in dem Mandat jedoch auf den Anspruch verzichtet wird, einen einzigen Verfassungsvertrag schaffen zu wollen, der die bisherigen Verträge ersetzt, und dieses Mandat keine Formulierungen mehr enthält, die den Bürgern eine klare Vorstellung von der Art der Rechtsakte der Union vermitteln würden, keine Symbole mehr vorsieht, die es den Bürgern leichter machen würden, sich mit der Europäischen Union zu identifizieren, und mehrere Ausstiegsklauseln für bestimmte Bereiche enthält, in denen durch einzelne Mitgliedstaaten Schwierigkeiten entstanden sind,
E. in het mandaat wordt echter afgezien van het doel om één grondwettelijk verdrag op te stellen ter vervanging van de bestaande Verdragen, van benamingen die de burgers een duidelijk beeld zouden geven van de aard van de besluiten van de Unie, alsmede van een aantal symbolen die het voor de burgers gemakkelijker zou maken zich te identificeren met de Europese Unie, en bevat tevens een aantal opties om niet mee te doen op bepaalde terreinen waar afzonderlijke lidstaten problemen mee hebben;

Folglich ist die Maßnahme, die die Verweigerung der Zustimmung durch die Mutter als einen Grund der Unzulässigkeit vorsieht, außer wenn sich die Mutter nicht mehr um das Kind gekümmert hat oder die Gesundheit, die Sicherheit oder die Moralität des Kindes gefährdet hat, und die somit dem Richter keine Möglichkeit lässt, das Wohl des Kindes zu berücksichtigen, um gegebenenfalls die unverantwortliche Beschaffenheit der Verweigerung dieser Zustimmung zu beurteilen, nicht vernünftig gerechtfertigt und somit nicht vereinbar mit den Artikeln 22 und 22bis der Verfassung.
Bijgevolg is de maatregel die de weigering van de moeder om haar toestemming te verlenen instelt als een grond van niet-ontvankelijkheid, behalve indien de moeder zich niet meer om het kind heeft bekommerd of de gezondheid, de veiligheid of de zedelijkheid van het kind in gevaar heeft gebracht, en die aan de rechter dus geen enkele mogelijkheid laat om rekening te houden met het belang van het kind om in voorkomend geval het onverantwoorde karakter te beoordelen van de weigering om die toestemming te verlenen, niet redelijk verantwoord en derhalve niet bestaanbaar met de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet.

Die klagende Partei hat folglich kein Interesse mehr an der Nichtigerklärung des angefochtenen Artikels 3, insofern dieser vorsieht, dass der Versicherungsausschuss mit der Ausarbeitung eines Verhaltenskodexes beauftragt wird.
De verzoekende partij heeft bijgevolg geen belang meer bij de vernietiging van het bestreden artikel 3, in zoverre het erin voorziet dat de Commissie voor Verzekeringen wordt belast met het opstellen van een gedragscode.

Hat zweitens – abgesehen davon, dass die Geschäftsordnung des Europäischen Parlaments keine Überprüfung der Beschlüsse des Parlaments durch den zuständigen Ausschuss vorsieht (was letzten Endes Aufgabe des Gerichtshofs wäre) – das Parlament einmal die Immunität eines Mitglieds in einem bestimmten Fall aufgehoben, hat das Mitglied keine Immunität mehr, die in diesem Fall aufgehoben werden kann.
In de tweede plaats – afgezien van het feit dat het Reglement er niet in voorziet dat de bevoegde commissie besluiten van het Parlement herziet omdat dat nu juist de rol van het HvJ EU is – beschikt een lid niet langer over een op te heffen immuniteit als het Parlement die immuniteit in het kader van die bepaalde zaak reeds heeft opgeheven.

Folglich ist die Massnahme, die die Verweigerung der Zustimmung durch die Mutter als einen absoluten Grund der Unzulässigkeit vorsieht, ausser wenn sich die Mutter nicht mehr um das Kind gekümmert hat oder die Gesundheit, die Sicherheit oder die Moralität des Kindes gefährdet hat, und die somit dem Richter keine Möglichkeit lässt, das Wohl des Kindes zu berücksichtigen, um gegebenenfalls die unverantwortliche Beschaffenheit der Verweigerung dieser Zustimmung zu beurteilen, nicht vernünftig gerechtfertigt und somit nicht vereinbar mit den Artikeln 10, 11, 22 und 22bis der Verfassung.
Bijgevolg is de maatregel die de weigering van de moeder om haar toestemming te verlenen instelt als een absolute grond van niet-ontvankelijkheid, behalve indien de moeder zich niet meer om het kind heeft bekommerd of de gezondheid, de veiligheid of de zedelijkheid van het kind in gevaar heeft gebracht, en die aan de rechter dus geen enkele mogelijkheid laat om rekening te houden met het belang van het kind om in voorkomend geval het onverantwoorde karakter te beoordelen van de weigering om die toestemming te verlenen, niet redelijk verantwoord en derhalve niet bestaanbaar met de artikelen 10, 11, 22 en 22bis van de Grondwet.

« Verstösst Artikel 731 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er vorsieht, dass nur Verwandte im rechtlichen Sinne erben können, wodurch eine offensichtliche Ungleichheit geschaffen wird zwischen Personen, deren Abstammungsverhältnis nicht feststeht und die bis zum Alter von 48 Jahren eine Vaterschaftsermittlung veranlassen können, und zwar ohne Rücksicht auf die soziale Realität, auf deren Grundlage sie die rechtliche Abstammung feststellen lassen können, und anschliessend ihre Erbansprüche vorbehaltlos geltend machen können, und jenen Verwandten, deren rechtliche Abstammung bereits feststeht, wobei aber die soziale Realität der biologischen Realität entspricht, die nach dem Alter von 22 Jahren keine Vaterschaftsermittlung mehr veranlassen können und von der Geltendmachung von Erbansprüchen ausgeschlossen werden, während diese ungleiche Behandlung weder aufgrund des Grundsatzes des 'Friedens in der Familie' und des 'Interesses des Kindes' noch aufgrund der Grundsätze des belgischen Erbrechts gerechtfertigt werden kann?
« Schendt artikel 731 B.W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, waar artikel 731 B.W. voorziet dat slechts bloedverwanten in juridische zin kunnen erven waardoor een manifeste ongelijkheid wordt gecreëerd tussen personen wiens afstammingsband niet vaststaat en die tot hun 48 jaar een onderzoek kunnen instellen naar het vaderschap ongeacht de sociale werkelijkheid waarop zij de juridische afstamming kunnen laten vaststellen en vervolgens onvoorwaardelijk hun erfaanspraken kunnen laten gelden en die bloedverwanten wiens juridische afstamming reeds vaststaat doch waarbij de sociale werkelijkheid aansluit bij de biologische werkelijkheid, geen onderzoek meer naar het vaderschap kunnen instellen na de leeftijd van 22 jaar, en uitgesloten worden van het laten gelden van de erfaanspraken, terwijl deze ongelijke behandeling noch wordt verantwoord vanuit het principe van de 'rust der families' en het 'belang van het kind' of de beginselen van het Belgische erfrecht ?

« Verstösst Artikel 731 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er vorsieht, dass nur Verwandte im rechtlichen Sinne erben können, wodurch eine offensichtliche Ungleichheit geschaffen wird zwischen Personen, deren Abstammungsverhältnis nicht feststeht und die bis zum Alter von 48 Jahren eine Vaterschaftsermittlung veranlassen können, und zwar ohne Rücksicht auf die soziale Realität, auf deren Grundlage sie die rechtliche Abstammung feststellen lassen können, und anschliessend ihre Erbansprüche vorbehaltlos geltend machen können, und jenen Verwandten, deren rechtliche Abstammung bereits feststeht, wobei aber die soziale Realität der biologischen Realität entspricht, die nach dem Alter von 22 Jahren keine Vaterschaftsermittlung mehr veranlassen können und von der Geltendmachung von Erbansprüchen ausgeschlossen werden, während diese ungleiche Behandlung weder aufgrund des Grundsatzes des ' Friedens in der Familie ' und des ' Interesses des Kindes ' noch aufgrund der Grundsätze des belgischen Erbrechts gerechtfertigt werden kann?
« Schendt artikel 731 B.W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, waar artikel 731 B.W. voorziet dat slechts bloedverwanten in juridische zin kunnen erven waardoor een manifeste ongelijkheid wordt gecreëerd tussen personen wiens afstammingsband niet vaststaat en die tot hun 48 jaar een onderzoek kunnen instellen naar het vaderschap ongeacht de sociale werkelijkheid waarop zij de juridische afstamming kunnen laten vaststellen en vervolgens onvoorwaardelijk hun erfaanspraken kunnen laten gelden en die bloedverwanten wiens juridische afstamming reeds vaststaat doch waarbij de sociale werkelijkheid aansluit bij de biologische werkelijkheid, geen onderzoek meer naar het vaderschap kunnen instellen na de leeftijd van 22 jaar, en uitgesloten worden van het laten gelden van de erfaanspraken, terwijl deze ongelijke behandeling noch wordt verantwoord vanuit het principe van de ' rust der families ' en het ' belang van het kind ' of de beginselen van het Belgische erfrecht ?